Het is al lang geleden, dat het Groninger Molenarchief een foto van een onbekende molen ontvangt. Overduidelijk een molen ergens in Groningen, maar waar de molen heeft gestaan blijft een groot vraagteken. Het is een intrigerende foto met veel aanknopingspunten. Plaatsing als zoekplaatje in een krant en op meerdere internetsites volgt. Ook op het molenprikbord wordt driftig gediscussieerd, maar een oplossing blijft uit.
De voormalige molen in de Stadspolder.
Deze foto blijft ook Erwin Esselink bezig houden. Door het beschikbaar komen van steeds meer digitale bronnen, waaronder de website allemolens.nl, zou de oplossing toch te vinden moeten zijn. Het doorzoeken van alle afbeeldingen van Groningse poldermolens maakt duidelijk, dat van deze molen geen afbeelding aanwezig is in allemolens.nl. De volgende stap is het opsporen van mogelijke kandidaten op oude topografische kaarten en nagaan of de situatie op de kaart overeenkomt met die op de foto. Dat resulteert uiteindelijk in een serieuze kandidaat namelijk de molen van de Stadspolder aan de Westerwoldse Aa in het oosten van de provincie tegen de Duitse grens aan. Het oplopende talud links duidt op de aanwezigheid van een dijk, in dit geval zou dat de dijk langs de Westerwoldse Aa kunnen zijn, waar de molen op uitslaat. Ook de op de achtergrond aanwezige bomen passen goed bij die streek. Vervolgens is Esselink gaan zoeken in de beeldbank Groningen. Daar is een foto aanwezig uit 1876 van de bouw van de sluis in Nieuwe Statenzijl, waarop in de verte de molen van de Stadspolder met de naastgelegen woning te zien is. Hoewel vaag is wel te zien, dat de woning dezelfde vorm heeft als die op het zoekplaatje.
De hardnekkige onbekende, thuisgebracht als de molen van de Stadspolder. Verder links, net buiten beeld, de dijk langs de Westerwoldse Aa, dan het gemaal en de molenaars- sluiswachterswoning met stookhut. De foto is waarschijnlijk gemaakt in 1916 of 1917. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groningen.
Uiteindelijk geeft een kadasterkaart uit 1969 de doorslag. Daarop zijn het gemaal en de woning met stookhut aangegeven. De onderlinge verhoudingen en ligging komen precies overeen met die op het zoekplaatje. Ook de plek, waar de molen heeft gestaan, is nog goed herkenbaar. Naar de mening van Hesselink is daarmee voldoende bewezen, dat de molen die van de Stadspolder ten noordoosten van Drieborg is. Deze foto zou heel goed de enige duidelijke foto van de molen kunnen zijn.
In 1876 wordt de nieuwe sluis in Nieuwe Statenzijl gebouwd. We kijken op de foto naar het zuiden met in de verte rechts achter de dijk de molen van de Stadspolder met woonhuis. Zie ook de uitvergroting. De foto is gemaakt door Fr. Jul. Von Kolkow op 26 augustus 1876. Bron: RHC, Groninger Archieven.
Stadspolder Zoals de naam al doet vermoeden is de Stadspolder op initiatief van de stad Groningen ingedijkt en wel in 1740. De polder wordt ook wel aangeduid als 'Stads Nieuwe Polder', als tegenhanger van de 'Stads Oude Polder', de tegenwoordige Kroonpolder. De Stadspolder is één van de zogenaamde Dollardpolders, waarbij land teruggewonnen is op de Dollard. Het water wordt op natuurlijke wijze geloosd op de Westerwoldse Aa via een sluis, de Stadspolderzijl, in het noordoosten van de polder. In 183S wordt besloten tot de bouw van een watermolen, de molen op de foto, van het type achtkante grondzeilen De te bemalen oppervlakte bedraagt in die tijid 397 hectare.
De Stadspolder circa 1910, gelegen tussen de Reiderwolderpolder (boven) en de Kroonpolder (onder). In de noordoostboek aan de Westerwoldse Aa staat de molen omcirkeld aangegeven (Bron: topotijdreis.nl 1910).
De dijken, sluis en sluiswachterswoning worden op kosten van de stad Groningen onderhouden, de molen op kosten van de polder. C.C. Geertsema vermeldt in zijn boek over de zeeweringen, waterschappen en polders in de provincie Groningen uit 1898, dat de molen een vlucht heeft gehad van 21,7 m. en heeft gewerkt met twee vijzels met een diameter van 1,55 en 1,35 meter. De molenaar is tevens sluiswachter en wordt benoemd door de ingelanden, onder goedkeuring van het gemeentebestuur van Groningen. In 1910 levert de firma Pot te Kinderdijk een nieuwe geklonken binnenroede met nummer 2152. Deze is besteld door Pauwel Wiertsema, molenmaker te Beerta. In 1913 wordt bet waterschap Stadspolder opgericht voor de bemaling van de polder. Dit waterschap gaat voortvarend te werk. In mei 1915 verzoekt de dijkrichter van het waterschap aan de stad Groningen om stadsgrond te verkopen voor de oprichting van een motorgemaal. In september 1915 wordt dit verzoek gehonoreerd. Het gemaal wordt uitgerust met een Brons-ruwoliemotor, die een centrifugaalpomp aandrijft.
In 1916 komt het gemaal gereed en wordt de molen overbodig. Op de foto is te zien dat de molen in die tijd nog een houten bovenas heeft, en zelfzwichtend op de binnenroede. Volgens de Groninger molenkenner B. van der Veen Czn. is de molen in 1917 afgebroken, dus al weer ruim een eeuw geleden. Daarmee is ook de foto vrij precies te dateren, namelijk 1916 of 1917. De personen op de foto zijn waarschijnlijk de laatste molenaar Jacobus Lamfers (1862-1948) met zijn vrouw Imke Lamfers-Mulder. Onderdelen van de afgebroken molen zijn hergebruikt in de nabijgelegen koren- en pelmolen van Udema in de Kroonpolder.
In de jaren 1941/42 wordt de Bronsmotor van het gemaal vervangen door een elektromotor. Op 1 januari 1969 wordt het waterschap Stadspolder opgeheven en gaat het op in een nieuw waterschap Reiderzijlvest.
Bij Hongerige Wolf wordt een nieuw gemaal gebouwd, dat behalve het gemaal van de Stadspolder nog acht andere gemalen overbodig maakt. In 1974 komt dit gemaal gereed. Kort daarop worden gemaal en woning in de Stadspolder afgebroken. Ter plekke herinnert niets meer aan de molen of het gemaal, maar gelukkig is er nog wel de foto van meer dan honderd jaar geleden.
Met dank aan Frits Ebbens voor de tip en Erwin Esselink voor de overnamerechten.
|
||||||||||||
|